donderdag 19 juni 2003

Don't try this at home...

Hardcore punk zou het gaan worden. Snoeiharde hardcore punk zelfs. Maar hoeveel hardcore punk kan het gaan worden als er licht corpulente, grijzende en wat kalende heren van middelbare leeftijd het podium van Theater Carré betreden, waarbij er een, na het stemmen meteen meer verdwijnt om zijn leesbrilletje op te gaan halen? Nou, ontzettend hardcore punk dus. Sterker nog, er zaten stukken bij die tot het hardste behoren dat ik ooit gezien heb en waarvan ik niet had gedacht dat ze live uitgevoerd konden worden…

Het Holland Festival doet dit jaar aan John Zorn en als je aan Zorn doet, dan ben je nog wel even bezig. Want Zorn doet veel. Erg veel. Vooral veel in de jazz en in de joodse muziek. Maar eind jaren tachtig was hij met andere dingen bezig. Rond 1989 / 1990 bracht hij onder de naam Naked City een aantal platen uit, waarin hij, naar eigen zeggen experimenteerde met het schrijven van composities voor band in de opstelling; bass, drum, gitaar, toetsen en sax. En af en toe wat “zang”. Het resulteerde in een aantal cd’s waar op een standaard jazzy manier gespeelde filmthema’s afgewisseld door pure noise, gespeeld door erkende jazzkleppers als Wayne Horovitz, Billy Frisell, Fred Frith, Joey Baron en aan mekaar geblèrd door Yamatsuka Eve van The Boredoms. Heerlijk schizofrene muziek, met dito macabere artwork op de hoesjes etc.

Hoe ik er precies aangekomen ben is me nog steeds een raadsel, maar in eens had ik de cd Naked City in huis, geleend van de bieb. Ik heb er indertijd met verbazing naar geluisterd. Herrie die alle kanten opgingen en mijn toenmalige metal / hardcore favo’s naar de kroon staken. Vooral door de “vocalen” van Eve was het in eerste instantie hilarisch, maar na even doorluisteren, bleek dat die jongens echt wel een moppie konden spelen en dat de composities razend knap in elkaar zaten. Live zien kon echter niet meer, ik ontdekte ze net te laat, de band was reeds uit elkaar en Zorn was allang met andere dingen bezig. Maar goed, dankzij het Holland Festival kwam er ineens een herkansing en door snelle acties zaten we dan ook op rij 11 van Theater Carré. Een mooie plek voor mijn debuut in Carré, wat een verlopen zaal is dat, en bij het Holland Festival, ik ben niet zo van de High Culture meestal. Yamatsuka Eve was er niet bij, waarom is me niet duidelijk geworden, maar zijn rol werd ingenomen door Mike Patton, ook al een befaamd stembandenjongleur.

Na een inleiding vooraf, John Zorn werd voor het concert openbaar aan de tand gevoeld, wat in veel geouwehoer resulteerde, IMHO, was het tijd voor Naked City live. Een concert dat iets later begon door het al gememoreerde leesbrilletje. En dat was nodig. Want de meeste stukken stonden uitgeschreven op papier en bleken dus heuse composities, terwijl ik het vermoeden had dat er een hoop improvisatie bijzat. Naked City trapte kalmpjes af met hun versie het James Bond Theme. Op dat tempo gingen ze vervolgens verder met een aantal knappe composities, die nog niet helemaal de echte sprankeling hadden. Die kwam pas toen Mr. Mike Patton het podium betrad. De band was warm, nu kon er geragd worden. En dat werd er. Naked City ging helemaal los. Ultra korte noise composities, vakkundig bij elkaar geblèrd door Mike Patton, afgewisseld door discussies of men nu 2 of 4 tellen vooraf wilde. Het blijven jazz musici immers. John Zorn was overigens uberhaupt minder spraakzaam dan in de voorbeschouwing, maar duidelijk meer gefocust om een goed concert neer te zetten. Regelmatig overleg met de musici en op een aparte manier, met rare vingerbewegingen waarvan ik de logica niet kon doorgronden, de nummers inleidend, dirigeerde hij zijn mannen door de nummers heen. Mike Patton bleef een stief kwartiertje op het podium, waarna de band weer overigens op het rustiger, maar niet mindere repetoire. Het was wel alsof de band die mental boost nodig had, want er zat meer vuur in het spel. Mike kwam nogmaals terug om zijn stembanden te terroriseren gedurende een aantal nummers, waarbij vooral opviel dat Joey Baron beestachtig veel herrie kreeg uit een ogenschijnlijk heel klein en summier drumstelletje. En er gaat niets boven een adequaat gespeelde, lekker vet aangezette Hammond solo. Laat dat maar aan Wayne Horovitz, die erbij liep alsof ie zo van de camping kwam, over. Een prominente rol was er verder voor het gitaarspel van Billy Frisell, een voor mij redelijk onbekende held, maar wel iemand waar ik eens in moet duiken. En al haalde Mike niet de intensiteit van Yamatsuka Eve, zijn stembanden acrobatiek had vergezeld mogen gaan met de waarschuwing “don’t try this at home”…

Een staande ovatie was dan ook deel voor de band, waarna ze nog een keer terug kwamen om enorm intens uit de bol te gaan met The Vault en toen was de koek, na zo’n twee uur spelen, ook echt op. Wat niet zo erg was, want dit was, zoals een medeconcertganger terecht opmerkte tijdens het naar buiten lopen, een concert waar je als toeschouwer veel vermoeider van wordt, dan als muzikant. Weergaloos, jaarlijstjes voer…

(Naked City - Theater Carré - 17 Juni 2003)



Geen opmerkingen: