Ik heb een 300+ concerten bezocht in mijn leven. Misschien wel meer, de tel ben ik al lang kwijt. Maar dat waren hoofdzakelijk rock/pop concerten. Klassiek zag ik hoogst zelden en jazz heb ik altijd proberen te vermijden. Om jazz hangt namelijk een foute reuk. Jazz is, in mij optiek, gefröbel in de marge. Muziek gemaakt door conservatoriumstudenten die zich zelf veel te graag horen spelen. Of drummen met kwastjes. Wat nog erger is. En het wordt gemaakt voor conservatoriumconcerten en leraren van de plaatselijke middelbare school. Van die types met een spencer, een baard, sandalen en een pijp. Types waar ik niet mee in één concertzaal hoef te zitten. Een goed vooroordeel is nooit weg, lijkt me. En bespaart veel tijd en geld.
Wat mij er dan toe bracht om ja te zeggen op de vraag of ik mee ging naar een concert van Gino Vanelli en Michiel Borstlap in het SJU, dat vraag ik me nog steeds af. De naam Gino Vanelli zal het zijn geweest. Met Wild Horses ben ik immers groot geworden. Misschien was het wel die extra opmerking dat het een onaangekondigd concert was, een soort van geheim optreden. Doet er verder ook niet toe, ik ging erheen…
En ik had best spijt toen ik er, een dag voor het concert, achter kwam dat Borstlap helemaal geen gitarist was, zoals ik dacht, doch een begenadigd pianist. Althans volgens de kenners. Dat zou doorbijten worden. Mijn charmante concertgenote maakte het nog bonter door er vlak voor het concert achter te komen dat Borstlap helemaal geen trompettist was, dus het was duidelijk voor wie we kwamen: Gino Vanelli. Met toch enige spanning liepen we de jazzkelder van Utrecht binnen. Zou ik de docentenkamer van mijn middelbare school binnenlopen? Het antwoord was een volmondig ja! Zelden zag ik zoveel vooroordelen in een klap bevestigd! Zelden zag ik zoveel baarden en spencers in één ruimte. Dat beloofde wat. Het begon al bij binnenkomst. Toen ik met een hand vol bier, per ongeluk het bier van een docent Scheikunde met een PH waarde van onder nul, omgooide was de man zo verongelijkt over dat onrecht dat hij mij het liefst direct naar de conrector gestuurd had. Hij eiste dan ook op hoge toon een nieuw biertje, toen ik terug kwam van de bar, niet in de gaten hebbende dat dat biertje al tien minuten voor hem stond. Ik ging er maar eens goed voor zitten en zette me schrap…
Gino Vanelli is een raar mannetje. Zijn verhoudingen zijn volledig zoek waardoor hij lijkt op een klein marsmannetje met een veel te groot hoofd, getooid met een puike afro. Maar met een dijk van een stem. Woei. Daarvan is in de jaren niets verloren gegaan. En hij was gelukkig ook de man die het concert droeg. Borstlap is inderdaad een begenadigd pianist, die slechts af toe zich te buiten ging aan jazzy buitenissigheden. Dat waren dan ook meteen de mindere nummers. Daar waar Borstlap dicht bij de, overigens puike, popnummers van Vanelli bleef, bereikten ze grote hoogten. Evenals het publiek. Borstlap en Vanelli lieten duidelijk merken dat vele delen geïmproviseerd waren, de heren hadden gewoon zin om te spelen, maar de “kenners”, knipten, klapten en joelden vrolijk mee. Alsof ze er verstand van hadden. Voor mee zat een leraar economie die niet stel kon zitten en zijn performance afgekeken had van de Josti Band. We zullen het maar enthousiasme noemen. Vanelli is daarnaast een goed entertainer, met leuke verhalen en grappen tussen de nummers door. En haalt, daar waar nodig, gewoon publiek het podium op ter ondersteuning van de nummers. Wild Horses werd gelukkig gespeeld, al stond het arrangement me niet helemaal aan. Dat nummer van de ANWB reclame, People gotta move, werd dan wel weer geinig gebracht en een nieuw nummer, Gipsy Kings, was gewoon werelds. De afsluiter, een Italiaans nummer, in de allerbeste Eros Rammazotti stijl, had dan weer niet gehoeven. Al met al was het een goed concert. Of eigenlijk vooral leuk, ondanks het overschot aan leraren in de SJU. Wat ook meteen maakt dat ik er waarschijnlijk voorlopig ook niet weer kom. Ik ben niet voor niks al een tijdje van school af…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten